Een tekort aan meisjestoiletten

Knoop (gold)

26 June 2018

Een binaire wetgeving voor een spectrum van mensen

Het afgelopen schooljaar kreeg mijn school een inspectieteam over de vloer. Naast tal van onderwijskundige en vakgerelateerde bemerkingen, kregen we ook te lezen dat er een tekort is aan meisjestoiletten.
Voor mij had dit probleem een zeer eenvoudige en direct-uitvoerbare oplossing. De muur tussen de jongens- en meisjestoiletten eruit, of nergens nog een genderaanduiding op de toiletdeur.

Volgens de wetgeving kan dit echter niet. Jongens- en meisjestoiletten moeten gescheiden zijn. En alsof dat nog niet genoeg is, voor mij zou er een genderneutraal toilet moeten zijn. Zo kreeg ik drie jaar geleden te horen van een inspectieteam in een andere school, waar ik toen tijdelijk tewerkgesteld was, en net uit de kast als trans*persoon, net begonnen aan een transitie.

Hoewel een persoonlijk toilet, als enige aanwezige trans*persoon op dat moment, op zich wel leuk klinkt, toch voelde ik mij eerder behandeld als iemand met een beperking. Alsof ik in mijn hoedanigheid onbekwaam zou zijn om mijn behoefte te doen op een regulier mannen- of vrouwentoilet, waarbij de toiletpot overigens functioneel volledig hetzelfde is, alsook mijn behoefte trouwens.


Ik vraag me dan altijd af waarom we zo vasthouden aan de scheiding van toiletpot op basis van het geslachtsdeel dat er boven komt te zweven. Het eindproduct, ongeacht de vorm die het loslaat, is toch hetzelfde? En we zitten toch allemaal veilig afgescheiden in een apart hokje? Behalve als je als man aan een urinoir gaat staan. Maar ook dan is toch algemeen geweten dat je niet links of rechts kijkt naar ‘de merchandise’ van een ander.

Gaat het dan over de hygiëne van mannen t.o.v. vrouwen. Uit ervaring weet ik ondertussen dat zowel mannen als vrouwen een toilet onaangenaam kunnen achterlaten voor de volgende behoeftige. Mannen plassen op de bril, of nog erger, laten die omhoog staan? Ja, dat is natuurlijk wel een ‘wereldramp’.
Wat dan met de deurklink aan de binnenkant van een toilethokje, de klink die iedereen vastneemt net na de behoefte, en vóór dat je de handen wast.
Wat met de blazers die je handen droog blazen na het wassen, blijkbaar een broeihaard vol bacteriën. Of wat met het dagelijks gebruikte toetsenbord? Just saying … .

We zijn zo gewoon geraakt aan gescheiden toiletten, dat we perplex staan als iemand daar verandering in wil brengen, zonder dat we nog herinneren waarom deze scheiding er in de eerste plaats gekomen is.
Deze regelgeving dateert van de industrialisatieperiode, toen vrouwen ook begonnen te werken in de fabrieken. Op gemeenschappelijke toiletten durfden mannen zich wel eens vergrijpen aan het vrouwelijk schoon van de werkvloer. Vandaag kan ik mij echter in onze maatschappij nog moeilijk voorstellen dat dit in die mate vaak zou voorkomen. Of dat een man die dit als doelstelling heeft, zich zou laten tegenhouden door de andere genderaanduiding op de toiletdeur.

Trouwens, als er in een horeca-zaak geen plaats is voor gescheiden toilleten, gaat iedereen wel zonder probleem op dezelfde pot(ten) zitten.


Graag wil ik op deze scheiding nog verder of dieper ingaan. Niet alleen gescheiden toiletten in vraag stellen, maar ook gescheiden omkleedruimtes. Logisch toch dat die gescheiden zijn? Ik wil niet dat een man, of vrouw, mij ziet omkleden! Wandel even mee doorheen mijn perspectief en levenservaring.

Je bent een opgroeiend kind, of later een puber, in volle identiteitsontwikkeling, schoolgaand tussen leeftijdsgenoten. Vaak geen eenvoudige periode van zelfontdekking. Als trans*persoon ervaar je in deze periode daar bovenop vaak ook een identiteitsconflict.

Je groeit op in een lichaam met een bepaald geslachtsdeel. Op basis van dat geslachtsdeel word je ingedeeld in één van de twee binaire menselijke hokjes. Je bent man of je bent vrouw. Echter voel je vaak van jongs af aan al zeer duidelijk dat je eigenlijk liever in dat andere hokje zou zitten. Die groep van opgroeiende personen resoneert om één of andere reden meer of zelfs helemaal met wie jij voelt te zijn. De groep waarbij je geplaatst wordt, voelt ongemakkelijk, alsof je jezelf niet kan zijn, alsof je een masker moet dragen, of soms zelfs een harnas, om op die plaats te overleven.

Hoewel de algemene opvatting momenteel is dat trans*personen geboren zijn in het foute lichaam, voelt dit niet altijd zo voor elke trans*persoon. Vanuit deze binaire opdeling krijg je van jongs af aan echter wel te horen dat je lichaam, en meer gespecificeerd je geslachtsdeel, de reden is waarom je niet mag aansluiten bij de groep waar jij je thuisvoelt. Je geslachtsdeel wordt psychologisch aangeduid als een beperking. Je geslachtsdeel is de reden waarom je niet tenvolle jezelf kan of mag zijn. Misschien probeer je met man of vrouw, en macht of onmacht, te zijn zoals de groep waarin je geplaatst wordt, maar dat is maar dat masker dat ooit toch afgezet gaat moeten worden. Verwrongen identiteitsontwikkeling en een innerlijke crisis die geen ademruimte krijgt om tot een oplossing te groeien.

Misschien is het vanuit deze gedachtengang wel logisch dat menig trans*persoon een disassociatie met het lichaam of specifieker het geslachtsdeel ontwikkelt en dit graag wenst aan te passen op latere leeftijd. Niet dat iemand het ziet, toch niet direct, maar dat was toch de reden waarom je al die jaren jezelf moest omkleden tussen die andere groep van mensen? Op zich was er niets mis met je lichaam of je geslachtsdeel, toch niet voor jou, maar blijkbaar vond je omgeving waarin je opgroeide het wel een belemmering, waardoor zij jou weerhielden jezelf te kunnen ontplooien in alle rust, veiligheid en vrijheid.


Als we onszelf omkleden om te sporten, gaan we vaak enkel tot op het ondergoed. Behalve bij het zwemmen, maar dan zijn er vaak gescheiden hokjes, net zoals er gescheiden toilethokjes zijn. En het ondergoed heeft voor zover ik weet toch vaak dezelfde vorm en zelfs meer bedekking dan sommige zwemkledij. Waarom tonen we ons wel in zwemkledij, maar vinden we het eng om ons dan ongescheiden om te kleden?

Gaat het dan om de blikken die mannen kunnen werpen naar vrouwen in ondergoed of omgekeerd? Moeten personen met een andere geaardheid dan het hetero-normatieve dan ook niet gescheiden worden? Zij kunnen toch ook ongewenste blikken werpen op personen waartoe zij zich aangetrokken kunnen voelen?

Gaat het dan werkelijk om dat verborgen geslachtsdeel dat eerst aangepast moeten worden alvorens iedereen zich veilig voelt wanneer een trans*persoon een kleedruimte betreedt?

En wat dan met de huidige wetgeving waarmee een 16-jarige officieel juridisch van geslachtsregistratie kan veranderen? Deze 16-jarige persoon kan op dat moment chirurgisch nog geen geslachtsaanpassing gehad hebben. Het geslachtsdeel is nog steeds hetzelfde. Deze persoon echter verplichten zich te wenden naar de kleedruimte op basis van het geslachtsdeel, dat op dat moment niet meer overeen komt met de geslachtsregistratie op de identiteitskaart, is discriminatie en strafbaar. Hetzelfde geldt voor eindejaarsreizen waarop deze trans*persoon zou meegaan. Vaak zeggen directies dat ze dit niet kunnen maken naar de ouders van de andere leerlingen, zelfs als de leerlingen er zelf geen probleem van maken. Deze nieuwe wetgeving maakt deze uitspraak dus echter evengoed discriminerend en strafbaar.

Ook bij volwassenen kan men niemand nog toegang weigeren tot bijvoorbeeld een omkleedruimte of slaapplaats op basis van het geslachtsdeel. Wat op de identiteitskaart staat is bindend.


We zijn misschien een minderheid, maar wel een minderheid die psychologisch lijdt onder een binair mensbeeld waaraan we allen deelnemen. Ons denken en handelen, onze regels en procedures, zijn zo doordrongen van deze bi-nariteit, dat we dit als normaal beschouwen en bijna in shock gaan als hieraan geraakt wordt. Stel jezelf eens de vraag waar deze shock in jezelf vandaan komt? Schamen we ons voor ons lichaam? Zijn we bang geworden om onszelf (in onze naakte kwetsbaarheid) te tonen? Soms lijkt het er wel op. Zelfs in mannendouches na het sporten houden jongens tegenwoordig hun ondergoed aan.

Onze maatschappij is gelukkig in ontwikkeling en probeert te luisteren naar onze ervaringen, en in de spiegel te kijken die wij tonen door onze dagelijkse aanwezigheid. Een aanpassing aan de geslachtregristratie kan eindelijk zonder een verplichte chirurgische ingreep. We moeten echter nog altijd kiezen tussen M en V.
Vaak zie je al vacatures verschijnen met M/V/X. We willen als maatschappij genderinclusief zijn, maar is een derde hokje dan de oplossing? Moet ik dan kiezen voor een X?

Voor sommigen voelt dit aan als een erkenning van het anders-zijn. Voor mij voelt dit nog altijd als een beperking, een benadrukking van mijn anders-zijn. Niet dat ik mij erom schaam, maar eigenlijk ben en voel ik mij gewoon mens, net als alle anderen trouwens.
Of deze nu aan een urinoir staan, op een mannen- of vrouwentoilet hun menselijk afvalproduct achterlaten, zich omkleden naast mij of in een andere kleedruimte, al dan niet met dezelfde geslachtelijke attributen verborgen in hun ondergoed. Ik poog elke dag respect op te brengen voor mijzelf en voor elke persoon om mij heen, zoals zij zijn en zich goed voelen. Als maatschappij samen werken aan en groeien naar een mens-inclusief samen-leven.

Scroll naar boven