Een maand geleden …

Knoop (gold)

13 August 2017

Een maand geleden sliep ik vanavond de eerste nacht van mijn roadtrip naar en langs de buik van Noorwegen. Het werd een onderweg-zijn dat mij zou transformeren op een manier waarvan de integratie nog volop bezig is. De persoon die toen vetrokken is, met veel innerlijk geworstel en getrouwtrek, is niet meer teruggekeerd. Hopen drempels en sluiers van angst die me weerhielden voluit en vrijuit te Leven, zijn aangepakt, vastgenomen en losgelaten. Ze sluimeren nog, proberen soms nog terug wortel te schieten, als losgetrokken onkruid. Maar ik voel dat ik hen niet meer nodig heb, dat zij geen plaats meer hebben in mijn innerlijke tuin, en dat in de vrijgekomen ruimte volop nieuwe bloemen en planten aan het ontspruiten zijn die voluit vrucht zullen dragen in een nieuwe creatieve(re) toekomst die steeds meer aan mij trekt, die mij steeds meer vooruit roept.

Ondertussen ben ik alweer een weekje terug aanwezig in het dagdagelijks bestaan van voorheen. Hoewel ik van binnenuit voelbaar anders in het leven sta, kan ik toch maar moeilijk aarden en thuiskomen in deze gekende plek en omgeving. Alleen al het kluwen van snelwegen op de wegenkaart weerspiegelt de snelheid waarmee je hier als mens geleefd wordt. Altijd maar vooruit, altijd maar opbrengen, veel te druk, veel te snel. Welvaart, maar niet welvarend en zeker niet wel-zijn.

Er zijn hier ook zoveel dingen en gedoe, zoveel noise, van buitenaf, maar ook van binnenuit, vanuit een verleden, nog zichtbaar in het heden, maar niet meer in lijn met die toekomst als spiegel van mijn ware zijn. Het enige dat ik in het nu kan doen is opruimen, ruimte maken, ruimte zoeken, waarin ik wel kan aarden en thuiskomen bij die-Zelf die ik in Noorwegen eindelijk mocht ontmoeten. Datgene loslaten waarmee het verleden zich nog angstvallig ankert in het heden. Maar evengoed de herinnering koesteren die het geeft voor mijn verdere Leven.


Tijdens de reis mocht ik duidelijk ontdekken en aanvoelen dat ik ultiem thuiskom in het onderweg-zijn, in het wanderen. Bezit, eigendom, ze voelen steeds meer aan als een valse houvast, een illusionele zekerheid geboren vanuit een idee van schaarsheid. Voor mij reeds voorbijgestreefde paradigma’s van een maatschappij die zichzelf al lang voorbij holt.

Men zegt wel eens dat een vlaming geboren is met een baksteen in de maag. Die baksteen ligt echter al langer op mijn maag. Waarom mij aan de grond geankerd houden door bezit en eigendom, als ik vleugels heb om te vliegen.

Men zegt ook wel eens dat het gras altijd groener is aan een andere kant. Maar of dat echt zo is ervaar je ook enkel als je aan die andere kant staat. En wat als de zijde die je nu bewandelt aanvoelt als een lege woestijn waarin jouw eigen Zijn geen wortel kan schieten, geen aarding vindt, geen groeiruimte ervaart, waarom zou je dan blijven?


Echt thuiskomen in jezelf, echt groeien als mens, doe je niet beperkt in wat je kent en kunt. Jezelf vinden doe je in het onbekende en niet-gekende, in dat wat nieuw en anders is. Daarin mag je steeds opnieuw een nieuw deel van jouw-Zelf gespiegeld zien.

Ik honger naar mijn-Zelf en naar de wereld. Ik heb me nog nooit zo vrij en zo dicht bij mijzelf gevoeld als in het onderweg zijn, quasi ontdaan van overbodig materieel comfort. Enkel ik, en de weg die voor me ligt.

Ik weet nog niet wat, waar, wanneer en hoe, maar ik voel dat het komt.
Ooit ben ik weg, ben ik terug onder-weg.
Ooit vlieg ik uit, verlaat ik het nest, als wanderer op zijn best.

Scroll naar boven